25 Ağustos 2011 Perşembe

De pessimist

Mijn met tegenzin op een te vroeg tijdstip ingestelde wekker gaat af. Met moeite sleur ik mijzelf pas een half uur later uit bed. Weer een dag om tegenin te gaan. Wat staat me vandaag weer allemaal te wachten? We zullen wel zien. Nog helemaal aankleden voordat ik me naar buiten kan begeven.
Wat een weer. De zon schijnt. Het is te warm. Of is het grauw en regent het? Wat maakt het uit; beiden zijn ellendig. Ik gooi de deur achter mij dicht en haast mij naar mijn te kleine auto, zonder te worden gezien. O, de deur van oma staat open. Snel er langs, anders ziet ze me nog en gaat ze weer een verhaal ophangen of me weer wat vragen. Gelukkig, ze heeft me niet gezien. O, daar komen mensen aangelopen in mijn richting. Snel wegkijken voordat ... Nee, shit, te laat, ze hebben al een glimlach opgezet. Noodgedwongen stuur ik een nep glimlach terug. Nu snel maar door naar die te kleine auto voordat ik met iemand anders te maken krijg. Wat staat hij er opvallend klein bij tussen al die grotere (het is een hij; Renault heet ie. Ik heb nooit zo'n geluk gehad bij de dames). Wanneer verdien ik nu eens een grotere klasse? Heb ik ook wat plezier in het rijden. Wat een ellende heb ik al met hem gehad. Laat ik daar verder maar niet aan denken anders word ik nòg sacherijniger. Ik tuf naar m'n werk met tegenzin. Al ruim drie jaar langs dezelfde route. Daar aangekomen stap ik met moeite uit die voor mij te kleine auto en laat 'm in de schaduw achter. Zonder iemand aan te kijken snel ik naar de liften. Ben al te laat. Eenmaal op de negende doe ik grof de deur van onze werkruimte open en mompel goedemorgen tegen de collega's. Ze wensen me hetzelfde terug. Bah, alsof ze het menen. Wat maakt hun nu uit of mijn ochtend goed of slecht is. Wat een baan. Dit wordt niets hier. Moet maar eens verder kijken. Dat zeg ik nu al een jaar, maar goed. De laatste tijd kom ik hier elke dag met tegenzin en voer dezelfde rituelen uit. Het is saai, simpel, eenzijdig, dom en stressvol werk. Ik deel niets met mijn collega's. En als ik dat doe is het noodgedwongen en alsof. We helpen elkaar niet, eten niet samen, wandelen niet dagelijks en wensen elkaar geen fijne avond toe. Na het werk is het bijna avond en is de dag bijna voorbij. Er blijft helemaal geen tijd over voor leuke dingen. Ik rij regelrecht naar huis. Als ik maar niet weer in file terechtkom. Shit, alweer. Na een half uur ben ik thuis. Doodmoe. Ik slof naar binnen nadat ik de post heb gepakt. Weer een berg bureaucratisch werk. Zoek ik later wel uit en gooi het in een hoek bij de andere post van enkele weken. Ik laat me neerploffen op de bank en zet de tv aan. Honderden kanalen maar niets leuks. Jak, nieuws. Allemaal ellende op de wereld. Zap maar door. Documentaires, bah. Series. Films. Nou goed, dan dit maar. Nog maar een keer opstaan om een diepvriesmaaltijd in de magnetron te gooien. Wat is die vies zeg. Moet ik ook nog ooit een keer schoonmaken. Zet ik ook maar op de lijst van huis te houden zaken. Plof, weer op de bank. Dommel weg, maar wordt even later wakker door de bel van de magnetron. Laat ik het maar snel naar binnen werken en nog wat tv kijken. Ik zap. Ik zap. En ik zap. En ben weer een paar uur verder. Moe. Kruip naar bed en probeer niet te denken aan wat de dag morgen weer zal brengen. Weer hetzelfde. Monotoon. Saai. Wat doe je d'r aan?

Later...

B.T.

Hiç yorum yok: